Vandaag gaf ik mijn eerste poëzielessen als Schooldichter aan groep 4,5,6,7 en 8.
Ik reikte een riante ruimte aan die huist achter je ogen.
Wat ik terugkreeg waren gedichten over scheidingen, morfende kleuren, klankgedichten die de aarde wilden redden, schreeuwende, striemende en stille gedichten.
Wat ik terugkreeg was een meisje van 9 dat 'pipetteren' wel mooi vond staan naast 'afleren'.
Ik kreeg rijm dat je boven de stad tilt en bladspiegels met een onneembare ruggengraat. Ik kreeg het meisje dat niks wilde schrijven tot ze besefte dat ze; als ze dat uitwerkte, het Niets had verklaard.
Ik kreeg de kans te zeggen dat zelfs schelden mag, als dat woord maar een hart in je gedicht schroeft wat doorsijpelt tot het eind.
Ik kreeg het kind dat me bij zijn tafeltje riep en zei dat een witregel eigenlijk een witte bilnaad is waardoor je geschrokken stil blijft staan. Toch.
Anouk Smies, Schooldichter Rotterdam
Comments