top of page
  • Foto van schrijverAukje

Poëzie… lukt dat wel via een beeldscherm?

'Over microdeeltjes en onzichtbare trappetjes’









Ik ben van nature een positief mens. Dus ik dacht “natuurlijk moet dat lukken. kinderen enthousiast maken over poëzie via een beeldscherm” en tegelijkertijd had ik ook wel een lichte twijfel. Want juist door de kinderen in de ogen te kijken en te zien waar ze enthousiast van worden, kan ik normaal gesproken goed bij ze aansluiten. Door een grapje te maken, snappen ze dat poëzie soms heel serieus maar zeker ook heel grappig mag zijn. Door rond te lopen in de klas zie ik bij wie de woorden al volop stromen en wie er nog wat meer moeite mee heeft. Maar goed. De huidige tijd vraagt om creativiteit en flexibiliteit.


Afgelopen maandag was mijn eerste online poëzieles. Het startte al goed, met een groep enthousiast zwaaiende kinderen voor de camera van de klas. Uitgelaten bijna. Ze leken er zin in te hebben. Ze hadden al een beetje gehoord wat wijn gingen doen en keken mij nieuwsgierig aan. Ik stelde mijzelf voor en vertelde ze kort iets over poëzie. Ik houd van een interactieve les, dus al snel kwam er een gedicht op het beeldscherm in de klas. ‘Wie wil dit gedicht voordragen?’, werd gelukkig beantwoord met diverse vingers die de lucht ingingen. Dat was alvast een goede start. De meester bleek cruciaal in het steeds benoemen van de juiste namen bij de opgestoken vingers. Al snel zat ik er helemaal in. Kinderen deden enthousiast mee, ook toen ze zelf aan de slag moesten. Eerst gingen ze een woordenweb maken, bij het thema waarover ze zouden gaan dichten ‘De ruimte om je heen’ (met al diverse pareltjes van woorden als noorderlicht, schelpen, bospaden, een opblaasbare haai, koraal, de brug bij turnen).


De volgende opdracht was om met een of twee van de woorden uit hun woordenweb een zin te maken. En die zin vervolgens als startpunt te nemen voor hun gedicht. Er waren kinderen die even moesten zoeken naar een zin en naar een start. Er waren er ook die direct als vanzelf begonnen te schrijven. Ik kon alleen nog maar glimlachen toen er een meisje naar het bord kwam toegelopen en vroeg of ze mocht voordragen wat ze al had om te horen wat ik ervan vond. “Een plek van nergens, een plek van overal’ was een van de zinnen die ze voorlas. Ik was er even stil van. Weer een ander durfde later zelf voor de hele klas voor te dragen. Wederom was ik stil ‘Hoe de tijd in één seconde overgaat’. Al snel vlogen er gedichten voorbij waarin ‘microdeeltjes’ en ‘onzichtbare trappetjes’ verstopt zaten. De tijd vloog voorbij.


Het was mij duidelijk.. je kunt online ook poëzieles geven.

Marianne van Velzen

Stadsdichter van Leiden

2018 - 2020


bottom of page